Gisteren bezochten we het Monasterio de Santa María de la Valldigna in Simat de la Valldigna – een van de zes kloosters aan de pelgrimsroute waar wij zelf aan wonen, de Ruta dels Monestirs.
Het klooster dateert oorspronkelijk uit de 13e eeuw, maar het huidige gebouw werd grotendeels herbouwd in de 16e en 17e eeuw. De monumentale kloostergang is rijk aan details, met in het midden een oude waterput die uitnodigt tot stilstaan en kijken.
De imposante kerk, met één beuk en zes zijaltaren, was open en bijna helemaal leeg. Het hoge, gewelfde plafond viel op door de overheersende kleur blauw in de schilderingen – een kleur die je in veel Spaanse kerken tegenkomt, vooral op koepels en gewelven.
Blauw wordt in mediterrane culturen geassocieerd met bescherming tegen het kwaad, en in de katholieke traditie is het ook de kleur van Maria. Ze draagt het blauw tijdens haar feestdagen, en de kleur wordt gezien als een spiritueel schild tegen negatieve invloeden.
De vloer is eenvoudig van steen. Opvallend was een centrale plek waar de stenen in een cirkel waren gelegd, met in het midden een bescheiden rechthoekige tegel. Die plek nodigde ons als vanzelf uit om de akoestiek van de kerk te ervaren. Berrie maakte enkele klanken en de ruimte vulde zich moeiteloos met zijn stem. Tot een groep toeristen binnenkwam – toen stopten we.
Grappig hoe sterk de reflex is om stil te zijn in een kerk, ook als volwassene. Terwijl we als kind soms niets liever wilden dan eens hard roepen of gillen in zo’n echoënde ruimte...
Benieuwd naar onze eerdere ervaringen langs de Ruta dels Monestirs? Lees dan ook onze blog over Llutxent of de ontmoeting met pelgrims Pablo en Carles.
Comentarios